Opinie | 'Deep tech moet de ruimte krijgen in Nederland’, NRC

Door: Jaap van den Broek

Zoals verschenen in NRC Handelsblad.

Als Taiwan door China wordt geblokkeerd, hebben we hier in twee weken tijd geen chips meer. Eurocommissaris Thierry Breton (interne markt) wond er geen doekjes om bij de opening van het academische jaar in Eindhoven. Met meer dan de helft van de wereldwijde productie van semiconductors is Taiwan een kritieke schakel in de wereldwijde productie van allerhande elektronica. Een stop op de Taiwanese chipexport zou de problemen met aanvoerketens die bedrijven door de pandemie ondervonden doen verbleken. Of – nog erger – wat als de Taiwanese chipproductie onder Chinees bewind zou komen te staan?

Sensitieve technologie

So far so good. Met controle door de overheid kan ongewenste invloed op onze meest kritieke bedrijven buiten de poort worden gehouden. De Wet Vifo verschaft de overheid daarvoor het juiste gereedschap, dat zij tot dusver ontbeerde. Zo moest de Nederlandse overheid in de afgelopen jaren meerdere malen ingrijpen bij een dreigende overname van een ‘kritieke’ technologie (bijvoorbeeld bij Fox-IT en Smart Photonics).

Tegelijkertijd moeten bedrijven in deze kritieke sectoren wel eerst tot wasdom kunnen komen voordat ze van kritiek belang kúnnen zijn. Dat gaat niet vanzelf. De kapitaalbehoefte van deep tech-bedrijven is groot, terwijl private partijen vaak niet het risico willen nemen om in dit soort nieuwe toepassingen (zoals quantum- en fotonicatechnologie) te investeren. Succesvolle groei van deze jonge bedrjiven vereist intensief hoogtechnologisch onderzoek en gaat van meet af aan gepaard met hoge productie- en ontwikkelingskosten. De overheid ziet dit probleem ook. Zo investeert Nederland vanuit het Nationaal Groeifonds respectievelijk 615 miljoen euro (quantum) en 417 miljoen euro (fotonica) om het gat met private investeerders te dichten.

Nu is echter een aanvullende algemene maatregel van bestuur (amvb) bij de Wet Vifo gepresenteerd waarmee de overheid zichzelf in de vingers snijdt. In de praktijk zal deze amvb ertoe leiden dat elke binnen- en buitenlandse investering in één van deze technologieën aan toetsing door het nieuw op te richten Bureau Toetsing Investeringen wordt onderworpen.

Dat zit zo. De Wet Vifo maakt onderscheid tussen het verkrijgen van zeggenschap over een onderneming (hoge drempel) en het verkrijgen van significante invloed (lage drempel). Als uitgangspunt dienen investeringen (inclusief acquisities) in zogenaamde ‘sensitieve’ technologie alleen gemeld en goedgekeurd te worden indien een partij ‘zeggenschap’ over de onderneming verkrijgt, bijvoorbeeld door het bedrijf te kopen. Dit proces is een goede stok achter de deur om te voorkomen dat een bedrijf dat van belang is voor de Nederlandse samenleving zomaar in andere (buitenlandse) handen valt. Een ‘gewone’ investering zal in de regel dan ook niet leiden tot een melding, aangezien daarmee alleen een minderheidsbelang in de onderneming wordt verkregen.

De amvb kwalificeert alle technologieën op het gebied van semiconductor-, quantum-, en fotonicatechnologieën echter als ‘zeer sensitief’. Bij dit soort ‘zeer sensitieve’ technologieën moet nagenoeg elke vorm van binnen- of buitenlandse invloed worden gemeld – zelfs indien een Nederlands (semi-)overheidsfonds zélf investeert. Logisch voor een nieuwe kerncentrale of de waterzuivering, maar is dit voor een beginnende quantum start-up uit Delft niet wat overdreven?

Los van de bijkomende papierwinkel heeft de amvb ook gevolgen voor Nederlandse deep tech op de lange termijn. De verplichte melding creëert onduidelijkheid. Er is onzekerheid over de doorlooptijd van het proces (variërend van acht weken tot zes maanden) en de gemiddelde kosten van een melding worden geschat op 45.000 euro. Investeerders zullen deze punten laten meewegen in de vraag of zij nog in Nederlandse deep tech willen investeren of over de grens gaan kijken.

Want nog belangrijker: de verplichte melding zal nadelig werken voor de concurrentiepositie van Nederlandse ondernemingen ten opzichte van hun vakgenoten in de overige EU-lidstaten. Als een ondernemende wetenschapper immers de keuze heeft de technologie voor zijn bedrijf in Delft of aan een Duitse universiteit te ontwikkelen, maar in Duitsland makkelijker toegang heeft tot kapitaal, zal diens keuze snel gemaakt zijn.

Het is daarom van belang dat Nederland aansluiting zoekt bij de Europese productlijsten zonder op eigen houtje generieke categorieën van deep tech-technologieën aan een (te) strikt regime te onderwerpen. De wetgever kan de nadelige gevolgen van de amvb mitigeren door deze technologieën vooralsnog als ‘sensitief’ in plaats van als ‘zeer sensitief’ te bestempelen. Op deze manier houdt Nederland een vinger aan de pols in het geval van verkoop van een onderneming, maar ondervindt de onderneming in haar ontwikkelingsfase minder nadeel ten opzichte van haar Europese concurrenten.


Een bloeiend deep tech-ecosysteem is van vitaal belang voor de strategische positie van Nederland binnen de EU en daarbuiten. Hiervoor moet Nederland een zorgvuldige balans zien te vinden tussen het faciliteren van investeringen en het weren van ongewenste partijen. Door iedere investering in de vroegste fase van een deep tech-onderneming nu te onderwerpen aan goedkeuring door het Bureau Toetsing Investeringen slaat de balans te ver door. Als wij over twintig jaar niet afhankelijk willen zijn van China voor de productie van onze quantum- of fotonicachips, doet Nederland er goed aan de deep tech-sector nu de ruimte te geven die het nodig heeft.

Zoals verschenen in NRC Handelsblad.

Singel 126

1015 AEAmsterdam

info@dezaakvanadvocaten.nl

Kantoorhandboek

©2024 De Zaak van Advocaten

Singel 126

1015 AEAmsterdam

info@dezaakvanadvocaten.nl

Kantoorhandboek

©2024 De Zaak van Advocaten

Singel 126

1015 AEAmsterdam

info@dezaakvanadvocaten.nl